woensdag 12 mei 2010

Spreken is zilver, zwijgen is goud

Johannes Nepomuk
Johannes Nepomuk. Geboren rond 1350 in Pomuk nabij Plzen/Tsjechië, zoon van een rechter, genoot een degelijke opleiding in een cisterciënzer klooster, studeerde aan de Praagse Universiteit en werd uiteindelijk doktor in de theologie te Praag en later ook nog doktor in het kanoniek recht te Padua. Gewapend met een meer dan gemiddelde intelligentie, met een grote beroepscarrière voor zich, besloot hij een geheel andere weg in te slaan. Johannes wilde pastoor worden.
Nadat hij tien jaar lang notaris bij het aartsbisschoppelijke gerechtsgebouw in Praag geweest was werd hij in 1380 tot priester ingewijd en tot pastoor in de Praagse Sint-Galluskerk aangesteld. Daar bekommerde hij zich in het bijzonder om Duitse kooplieden. In 1389 werd hij benoemd tot hoofdvicaris in Praag, iets dat zeer goed bij zijn inzet, vaardigheden en persoonlijkheid paste, maar door de aanhoudende bemoeienis van Koning Wenceslaus IV werden zijn werkzaamheden alsmaar moeilijker uit te voeren.
Op 20 maart 1393 nam zijn leven een noodlottige wending. Samen met twee andere kerkbroeders werd Johannes gevangen genomen door de koning die hem ernstig liet mishandelen en martelen. De legende zegt dat Wenceslaus zijn zesde vrouw Sophia ervan verdacht hem ontrouw te zijn geweest. Wenceslaus vermoedde dat Sophia haar geheim had opgebiecht bij priester Nepomuk en probeerde door marteling Nepomuk aan het praten te krijgen. Nepomuk hield echter vast aan het biechtgeheim en vertelde koning Wenceslaus geen woord van wat hij van Sophia gehoord had. Uiteindelijk kon Wenceslaus zich niet langer beheersen, greep naar de pekfakkels waarmee hij Johannes ernstige brandwonden toebracht, sleepte hem door de straten van Praag gesleept om hem tot slot met geboeide handen en voeten van de Karelsbrug in de Moldau te werpen.
Johannes verdronk zonder ooit een woord aan Wenceslaus verteld te hebben
Sindsdien vindt men Johannes Nepomuk op vele bruggen over de gehele christelijke wereld terug. Beschermer van bruggen, beschermheilige van het biechtgeheim, vaak aangeroepen om de door laster aangetaste goede naam van mensen te beschermen.
Ook op deze brug houdt Nepomuk zijn wijsvinger voor de mond als teken dat hij het geheim nooit of te nimmer zal doorvertellen. Geen laster over zijn lippen. De drakenslang is symbolisch naar zijn linker, vrouwelijke zijde toegewend. Moses hing de slang als teken van het leven op een staaf, wie haar aankijkt zal van de dood gered worden. De haas naar zijn andere, mannelijke zijde toegewend, staat symbool voor vruchtbaarheid en het nieuwe leven.
“Aldus dien je in alle dingen broeder en zuster tegelijk zijn”.

Wat Bloodwoosj zich nou afvraagt: wat zou er toch met de vorige vijf vrouwen van Wenceslaus gebeurd zijn?
Pssssst. Niet verder vertellen hoor!

Kallbrücke Simonskall

Geen opmerkingen:

Een reactie posten