vrijdag 1 mei 2015

Waarom de zeemeerminnen huilen


Gisteren was Bloodwoosj weer eens in Berg aan de Maas.
Als kind speelde ik er regelmatig langs de rivier en verwonderde ik me over de grote hoeveelheid takken en bomen die aanspoelden bij hoogwater in de winter.

Tegenwoordig verbaas ik me aan de Maas over iets totaal anders na hoogwater: Plastic.


Assortiment Maas-plastics, Pietersplas Maastricht, dec. 2014


Assortiment Maas-plastics, Pietersplas Maastricht, dec. 2014

Vooral de minder steile oevers van de Maas liggen ieder voorjaar opnieuw vol met kilo’s plastic. Plastic draagzakken, plastic tasjes, plastic speelgoed, plastic tandenborstels, plastic aanstekers, plastic flessen, plastic bierkratten, plastic jerrycans, plastic huishoudartikelen, plastic wattenstaafjes, plastic ballen, plastic pennen, plastic voedselverpakkingen enz. enz.

Het is plastic, plastic en nog eens plastic wat de klok slaat. Velen merken het niet op doordat men alleen op het asfalt naar en van de veerpont komt, maar zodra je even opzij gaat van de gebaande wegen komt het plastic je tegemoet. Het ligt er gewoon, maar je moet het wel willen zien.

Onderzoek in het kader van het Mosa Pura project door Gijsbert Tweehuysen heeft in 2013 uitgewezen dat gemiddeld er 15000 stukjes en stukken plastic per uur door de Maas richting Noordzee stromen. Daarbij zijn alleen de stukjes groter dan 3 mm en kleiner dan 25 mm geteld.
De vele tientallen PET-flessen en ander groot plastic zwerfvuil zijn daar dus niet eens bij meegeteld.

Heel deze handel stroomt richting de Noordzee en gaat op den duur deel uitmaken van de plastic soep. En dan te bedenken dat men de Maas een relatief schone rivier noemt…

Het plastic in (zee)water wordt door de natuur niet afgebroken, maar vervalt onder invloed van water, zout en zon in steeds kleinere stukjes, zogenaamde microplastics. Zo klein dat ze voor het menselijk oog nog nauwelijks meer waarneembaar zijn.
Deze microplastics worden door plankton opgenomen en belanden daarmee in de voedselketen.




 Plankton eet plastic (bron: Youtube, ca. 1 min 45 sec)



Plankton eet plastic, vis eet plankton, mens eet vis.
Zo zitten we dus gewoon ons eigen plastic afval te eten.

Uit metingen over de gehele wereld is gebleken dat er zelfs plastic in zee komt dat het nooit tot kant en klaar product geschopt heeft, maar rechtstreeks van de fabriek in ruwe vorm afkomstig is.
De nurdles –zo heten de plastic korrels die je ook op de Nederlandse stranden tegenkomt- zijn pre-productie plastic korrels, ook wel pellets genaamd. Zij vormen de grondstof waarmee in de fabriek plastic voorwerpen worden gemaakt.

Uit het Engels is een wat poëtischer naam voor deze nurdles komen overwaaien: mermaid tears, oftewel zeemeermin tranen. Met wat fantasie zien de heldere exemplaren er inderdaad uit alsof ze een versteende vorm van tranen zijn.


Mermaids tears (Zeemeermintranen) uit de Maas , Meers dec. 2014



Als zelfs plastic grondstof al in de wereldzeeën wordt aangetroffen zonder ooit tot kant en klaar product te komen, dan kun je rustig stellen dat we een probleem hebben.
We hebben onze plasticstroom verdomd slecht onder controle.

Het is daarom dat de zeemeerminnen moeten huilen.

Ook aan de Maas.
Ook aan de Maas?
Ja, ook aan de Maas!

Wie zich bukt aan de Maasoever en de grond langs een hoogwaterlijn goed bekijkt ziet ze ook hier al op de grond liggen. Dat wil zeggen, die nurdles die het (nog) niet tot de Noordzee geschopt hebben.

Wie goed kijkt ziet de nurdles ook langs de oever van de Maas


Nurdles lijken nogal op eitjes van kleine beesten en worden door vogels en vissen regelmatig voor voedsel aangezien. Daarbij komt ook nog dat nurdles stoffen als DDT en PCB’s aantrekken in toxische concentraties. Doordat nurdles van een afstand voor de mens lijken op kleine steentjes vallen ze voor de leek op het strand of langs een rivier nauwelijks op.

Het internet afspeuren naar metingen van nurdles langs rivieroevers levert vooralsnog nul treffers op. Net als systematische tellingen van plastic zwerfvuil is er door de verpakkingsindustrie vooral veel te verliezen als het plastic probleem kwantitatief in kaart gebracht zou kunnen worden. Onder druk van diezelfde verpakkingsindustrie dreigt nu zelfs een einde te komen aan een van de beste manieren om plastic PET-flessen niet in zee te laten belanden: statiegeld.
Het is niet voor niets dat er tussen de vele honderden PET-flessen aan de Maasoevers nauwelijks exemplaren te vinden zijn waar statiegeld op zit.
Ook de vele liter en anderhalf liter exemplaren die je er aantreft zijn, je zou het misschien niet verwachten, zonder statiegeld. De oorzaak: ze komen veelal uit België, een land waar men in tegenstelling tot Nederland momenteel geen statiegeld op grote flessen kent.


Maasoever Meers, april 2015


De plastic flessen liggen vooral bovenaan op de oever bij de hoogste vloedlijn. Wat lager op de oever liggen de kleinere stukjes plastic, veelal verspreid over verschillende vloedlijnen van elk zo’n tien tot vijftig centimeter breed.
Al peuterend en prikkend tussen uitgedroogd gras en riet is het vooral daar dat de nurdles te vinden zijn. Diverse soorten en kleuren zijn present maar vooral de heldere exemplaren springen direct in het oog. De donkere exemplaren vallen een stuk minder op.
Omdat er zoals gezegd op het wereldwijde web geen getallen over nurdles langs rivieroevers te vinden is en ik toch wel eens een idee zou willen hebben over hoeveel van die plastic korreltjes er langs de Maas liggen ben ik zelf aan het tellen geslagen. Om het een beetje systematisch en vooral beheersbaar en behapbaar te houden heb ik me beperkt één van de vier aanwezige hoogwaterlijnen. Ook die ene vloedlijn heb ik slechts ten dele bekeken en wel een strook van ongeveer 15 cm breedte en 100 cm lengte.

Om een idee te krijgen, de houten balk op onderstaande foto is 105 cm lang en 15 cm breed.


Nurdles tellen in een strook van 15cm x 100cm



Uitzicht vanaf de balk


Eerst werden de grotere stenen verwijderd, dan de kleinere die in de weg zaten en vervolgens werden alle nurdles die zichtbaar werden opgepakt, in een meegebracht potje gestopt en thuis geteld.
Het schokkende resultaat: 352 nurdles over een strookje vloedlijn van 15 cm breedte en 1 meter lengte.


wat naast de balk van de vorige foto lag

352 nurdles op 1 meter Maasoever !!!

Wie zich bedenkt dat de Maas twee oevers heeft, de nurdles zich niet beperken tot één vloedlijn, de onderzochte vloedlijn breder was dan 15 cm, de meeste nurdles niet langs de oever blijven liggen maar met het water meespoelen, de Maas alleen al in Nederland ruim 200.000 keer zo lang is als die ene meter en er naast de Maas nog wel meer rivieren in zee uitmonden, die begint het wellicht al een beetje te duizelen.



En de zeemeerminnen?
Zij huilen 24/7 voort, gevoed door microplastics en af en toe eens nippend aan een flesje Coca Cola Life...








2 opmerkingen:

  1. Leo, je hebt me geraakt met dit verhaal, ik huil mee met de zeemeerminnen. Bedankt.

    Opgeruimde groet, je #zwerfie-maatje René

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik begrijp het probleem maar al te goed wat je beschrijft.
    Maar zeemeermintranen,dat is iets anders. Dan praten we over stukjes glas, gepolijst door de tyd en de zwerftocht over de zeebodem.Sommige stukjes zijn kunnen heel oud zijn ,en duizenden kilometers hebben gereisd.Ditwou ik even kwijt,en voor wat het probleem betreft wat jij beschrijft. laten we hopen dat we ooit betere mensen worden. Met groet, Joost.

    BeantwoordenVerwijderen