woensdag 16 mei 2012

The Hammond orgasm for Dummies

Na een zondag namiddagje Mama’s Pride hadden B&B honger gekregen. En wat doe je dan als je op maar een paar honderd meter van het festivalterrein woont? Dan ga je gewoon even thuis eten tussendoor. Dus, na Peter Beeker’s ruwe rock, Mr. Polska’s klitsige rep en Baxter Dury’s ingetogen pop besloten we tijdens het opbouwen van het School-is-Cool podium in het eigen honk de inwendige mens te gaan versterken.

We zouden om 18.45 terug zijn voor Orgel Vreten, want dat wilden we beslist zien, ook al was onze eigen honger inmiddels gestild middels zelfgemaakte kroketten met sla.
Om 18.46 liepen we nog ter hoogte van de schaats annex wielerbaan toen we de moderator hoorden aankondigen dat de orgelvreters de bühne op zouden komen. Maar, eer de beste man was uitgepraat stonden we gelukkig al op het festivalterrein en van daar was het nog maar een klein stukje tot een meter of 15 voor het podium, waar het inmiddels een stuk drukker was dan bij het optreden van Baxter Dury.



Op het podium vanuit het publiek gezien helemaal links bassist Jan Teertstra. Aan zijn gezicht te zien heeft hij er zin in. Rechtsachter verscholen zit drummer Wouter Rentema, zijn gezicht kunnen we niet zien. Midden vooraan staan twee Hammond-orgels neus tegen neus met daarachter aan de rechterkant Robin Piso (toetsenist DeWolff) en aan de linkerkant Thijs Schrijnemakers (Wende, Stereo). Beide orgelvirtuozen zijn gekleed in een jaren 70 retro kostuum, waarbij de roodzwarte versie van Piso, en vooral de houding die hij daarin aanneemt tijdens het spelen, doet denken aan de in een dito pak (maar dan wit) gehesen organist (of was het een schilder?) op de binnenhoes van Jethro Tull’s Aqualung album. De blauwgekleurde, met witte opgenaaide epauletten tegenhanger waarin Schrijnemakers zich vandaag (en ook tijdens eerdere optredens) gehesen heeft, geeft hem een ietwat formelere uitstraling, alsof hij de kapitein is van de Hammond Warrior, het vierpersoons schip waarmee de heren vandaag niet een spelletje Zeeslag, maar een heuse Hammond Battle gaan spelen.
Het principe van de Hammond Battle gaat alsvolgt: neem een paar nummers van klassiekers als Jimmy Smith, Deep Purple of het wat obscuurdere Santa Barbara Machine Head, hak het geheel fijn in een keukenblender, zet er een vette bas en rockende drummer als ritmesectie bij, lardeer het geheel met wat sausjes van telkens andere gastmuzikanten en laat twee zichzelf “ze professeurs” noemende chefkoks het in een Clash of the Titans (lees: Battle of the Organs) opdienen waarbij het organische duo onderling voortdurend poogt elkaar vanachter de Hammond de loef at te steken.

Als je het vooraf hoort vraag je je af of voor deze orgelmuziek wel een publiek is. Bij “orgel” moet Bloodwoosj denken aan de riedeltjes van zijn vroegere buurman, koster en organist in de plaatselijke R.K.-kerk. Of aan van die eindeloos voortbroddelende fuga’s van Bach in het zondagochtendprogramma van –toen nog- Radio 4.
Wat zich echter hier op het mmp- podium voltrekt heeft niks, maar dan ook helemaal niks met het saaie imago dat in Bloodwoosj’s hoofd zit te maken. Orgel Vreten is niet van deze wereld. Orgel Vreten is een ruimteschip dat vanuit de spelonken van de rockgeschiedenis zojuist in Geleen is geland en ons onaards mooie, soms stampende, dan weer melodieuze psychogroovebluesrock voortovert. Ondanks de afwezigheid van zang, op het rappende “Just as Easy” en een gastoptreden van Pablo van de Poel na, blijft het van begin tot eind boeien. Door kwaliteit, afwisseling en vooral originaliteit en eerlijkheid.

Ieder doodnormaal mens zou in Geleen de vraag “Zijn er hier ook mensen uit Sittard” moeten bekopen met hoongeroep. Schrijnemakers niet. Hij trekt er regelmatig zo’n guitig en ontwapenend gezicht bij dat deze op Geleens territorium doorgaans levensgevaarlijke vraag slechts brede glimlachjes en gniffelend gegrinnik bij het publiek teweeg brengt. Zelfs bij het Geleens deel ervan!






Ze spelen voor het eerst buiten, zo laat Thijs weten. Als door hem op een gegeven moment wordt gevraagd of het publiek Deep Purple wil horen merkt hij droogjes op: “dat zouden jullie wel willen hè, maar dàt nummer spelen wij vandaag lekker niet voor jullie”. En weer komt hij ermee weg en moet het publiek erom lachen.

Eerlijk is eerlijk, zijn droge humor ìs ook leuk en past prima als cement tussen de Hammond-battles die staan als een huis. Robin beweegt voornamelijk in voor en achterwaartse richting enthousiast heen en weer, daarbij zijn blik vooral gericht op zijn eigen instrument. Thijs draait en kruipt over, onder, voor, achter en rond zijn orgel, kijkt regelmatig triomfantelijk richting publiek en laat daarbij geen enkele richting onbenut. Het is dat er om geluid te produceren altijd minstens één vinger op een toets moet blijven, maar de wetten van Newton lijken op hem nauwelijks van toepassing en je zou bijna vermoeden dat hij ieder moment een dubbele Rittberger boven zijn Hammond kan gaan uitvoeren. Geen wonder dat een van de eigen composities de titel “Organasm” draagt.
Wellicht zou een portable Hammond de ideale uitvinding voor Thijs zijn.
Maar dan wel eentje zonder USB-poort. De jongens zweren namelijk bij analoog.



Het publiek heeft er lol in, Thijs heeft er lol in, Robin heeft er lol in en de twee overige bandleden hebben er ook lol in. Die lol willen ze er ook in houden, vandaar dat men ervoor gekozen heeft om niet op alle aanbiedingen voor optredens in te gaan en slechts op een beperkt aantal plekken optreedt. Afgelopen maand waren dat Paaspop te Schijndel (8 april), Rotown Rotterdam (6 mei), de Effenaar te Eindhoven (10 mei), de Sugar Factory in Amsterdam (11 mei), Tivoli in Utrecht (12 mei) en vandaag zondag 13 mei 2012 dan als afsluiter van de kleine clubtournee voor het eerst in het eigen Limburgse Land op Mama’s Pride.
Schrijnemakers merkt op een gegeven moment op: “Wat we nu gaan spelen is het moeilijkste nummer. Gisteravond ging dat mis. We willen vandaag hier niet voor lul staan, dus we doen ons best.”
Nou, dat had Thijs niet hoeven zeggen. Ook van afstand kan het publiek aan de soms verbeten trekken op hun gezichten aflezen dat Thijs en Robin hun uiterste best doen. Van stress lijkt geen sprake. Overgave en gevoel in een ontspannen sfeer.

Tegen het eind van de set maakt gitarist Pablo van de Poel zijn opwachting. Gisteren zat hij nog in Italië voor de promotionele doeleinden van DeWolff, vandaag beklimt hij na een paar minuten spelen met gitaar en al de Hammond-orgels van Piso en Schrijnemakers om vanaf daarboven het publiek uit zijn dak te laten gaan.











Aan het eind van de drie kwartier Orgels Vreten steekt Pablo beide handen vanaf zijn verhoogde podium gestrekt de lucht in. Er volgt een dik verdiend applaus vanuit het publiek.
Hungry like DeWolff…
Ondanks zijn grote honger is het Thijs uiteindelijk niet gelukt Pablo’s gitaar op te eten.


De programmeurs van Mama’s Pride hebben het goed gezien; dit was een memorabel hoogtepunt van de bovenste plank.
Wie hier niet op klaarkomt is ofwel frigide ofwel doof.

Op 15 mei, twee dagen na dit optreden, zal bekend worden gemaakt dat Orgel Vreten dit jaar op Lowlands speelt.
In tegenstelling tot bij het North Sea Jazz Festival hebben de talentscouts van Lowlands dus duidelijk wel het boek “The Hammond orgasm for Dummies” gelezen.

Bloodwoosj en Bloomefiemel zullen de volgende keer dat Bach op de radio fantasieloos zijn rondjes draait niet meer aan een R.K.-organist denken, maar heimelijk glimlachend terugverlangend naar drie kwartier orgelvreten met Robin en Thijs.
Om vervolgens het stekkertje in de "phono" ingang te pluggen en via de buizenradio naar de tot 300 stuks gelimiteerde vinylregistratie van het Effenaarconcert te luisteren...



dinsdag 15 mei 2012

U wilt hier linksaf, mag dat?





Voor zaterdagavond 12 mei 2012 stond als derde (en voorlaatste) groep op de eerste dag van Mama's Pride in Geleen het Nederlandse "Lefties Soul Connection" geprogrammeerd. Nieuwsgierig als B&B zijn werd er ruim tevoren eens gegoogled en geyoutubed om een idee te krijgen wat we van deze groep verwachten mochten.

Volgens hun eigen website wordt van hen beweerd dat ze de meest energieke en beste garage funk & soul band van Europa zijn. We kunnen dus wat vuurwerk verwachten als om 22.15 uur de kennelijk linkshandige heren het speelveld onder de kiosk in het Burgemeester Damenpark mogen betreden. Dat wil zeggen: als het waar is wat ze zelf zeggen dat anderen over hun zeggen.

Tijdens het installeren van het instrumentarium lijkt het inderdaad al die kant op te gaan. Daar waar de crew en muzikanten van Chagall (zie de eerdere blog "de bontmuts en de twitterfontein") nogal onzeker en onwennig een plekje zocht voor wat waar neer te zetten, om vervolgens het geplaatste instrument toch weer net een stukje opzij te schuiven, lijkt dezelfde bezigheid bij de Amsterdammers van Lefties Soul Connection vooral een routinekwestie. Wat eenmaal geplaatst is staat, blijft ook staan, wordt kort gecontroleerd en dan is het zo. Eigenlijk niet verwonderlijk als je bedenkt dat ze al ruim 10 jaar geleden opgericht werden, afgelopen najaar hun derde album uitbrachten en op tal van festivals en in een aanzienlijk aantal zalen door heel Europa gespeeld hebben. De harde kern van de Lefties Soul Connection, regelmatig afgekort tot LSC of de Lefties, bestaat momenteel uit aanvoerder Onno Smith (gitaar en zang), toetsenist Alviz (spreek uit: Elvis, maar eigenlijk luisterend naar de naam Alvin Bartels), drummer Cody Vogel en bassist Pieter Bakker, naar wie het onlangs uitgebrachte album "One Punch Pete" vernoemd is.




Op de live tournee van dit jaar wordt het viertal op het podium nog aangevuld door gitarist Paul Willemsen soulzangeres Michelle David.
Zoals gezegd, tijdens de voorbereiding van de set die uiteindelijk 45 minuten zal gaan duren, is al te merken dat de Lefties een op elkaar ingespeelde hechte groep vormen. Ieder kent zijn rol en doet zijn ding. Meest opvallende item voordat de muzikanten zelf plaatsnemen is links naast de met het opschrift "One Punch Pete" besmukte bass-drum een kast naast het Hammond orgel met daarin iets datvoor wie het niet kent nog het meest lijkt op een stel ronddraaiende toeters; een onvervalste Leslie speaker!

Na een kleine 10 minuten staat alles op zijn plaats, doet de wethouder van Jeugd en Cultuur nog een kort promotioneel praatje en kunnen we los.
En los gaat het!




Nadat Onno en de zijnen hun plaats hebben ingenomen wordt onmiddellijk gestart met het nummer "Ridin' on Candy". Vanaf seconde 1 heeft het geheel een ritme waarop je gewoonweg niet stil kunt blijven staan en dat -zonder enige zang- dik 3 minuten blijft boeien. Het geheel zwelt langzaam aan tot een klein orgasme, waarna Alviz de band kort introduceert met "wij zijn Lefties Soul Connection", nog iets roept over "rauwe funk en soul", om daarna onmiddellijk door te stoten met een tweede instrumentaal stuk, ditmaal nog gevarieerder in ritme, dat wederom zonder zang nog eens 4 minuten doorswingt. Tegen het eind van het nummer verschijnt Michelle David in een hoekje achteraan het podium en zweept Alvin het publiek tot driemaal toe op met de retorische vraag "zijn jullie klaar voor Miss Michelle David ?".
Wel, natuurlijk is het publiek er klaar voor en Miss Michelle ook. Ze grijpt de microfoon en zal vanaf dat moment geen seconde meer stil blijven staan.
Tijdens het eerste vocale nummer is Michelle nog een beetje onwennig, wellicht benieuwd hoe het publiek zal reageren, maar dat reageert al snel zeer enthousiast en gaandeweg de set gaat de gepassioneerde soulzangeres dan ook helemaal uit haar dak, iets dat zowel op het publiek aanstekelijk werkt alsook haar bandgenoten regelmatig van oor tot oor laat grijnzen. Het geheel blijft van begin tot eind swingen. De Leslie rotoren draaien soms op chorale stand, waarbij Miss Michelle de ballad-achtige soul ten gehore brengt, soms op tremelo als de uptempo nummers aan de beurt zijn. Een funky, warm en soulvol geluid. Met de ogen dicht waan je jezelf live aanwezig bij een achtervolgingsscene uit de streets of San Francisco. Of Shaft, dat zou ook nog kunnen.






Als inspiratiebronnen voor de Lefties duiken vaak de namen "De Meters" en "Booker T. and the MG's"naar voren.
Denkt men tegenwoordig bij de term soul doorgaans snel aan glitter, bling bling en half ontblote lichaamsdelen, dan is daar bij Lefties Soul Connection niets van terug te vinden.
Net als hun grote voorbeelden is de band te categoriseren onder termen als puur, eerlijk en rauw. Zowel Miss David als de band. Voortdurend wisselen de instrumenten hun positie in het spel, de gitaar op de achtergrond als de drums de hoogste noot spelen, dan weer de bas wat rustiger als de Hammond het ritme voert en de richting stuurt. Ondanks dat voor mevrouw David op de vocale nummers zowel qua stem als qua performance een hoofdrol speelt weet ook zij -letterlijk- een stapje terug te doen door bij een sporadisch instrumentaal nummer met de tamboerijn aan de zijkant van het podium achter een paal te gaan staan. Alhoewel; ook daar kan ze niet stil blijven en kronkelt zich in heel wat bochten.




Zo passeren vooral nummers van hun laatste album met Michelle David de revue: "She's not answering" met een refrein dat makkelijk blijft hangen, "Shake it up, burn it loose" een uptempo nummer met ritmische handclaps, "Code99", alweer zo'n instrumentaal nummer waar niemand op stil kan blijven staan, het rustigere "Cover my eyes" en "U got me" waarin Michelle regelmatig met de in het nummer bezongen handpalmen (you got me in the palm of your hand) de teksten visueel kracht bij zet. Op "Have love will travel", ooit geschreven door Richard Berry, nu ook als cover te vinden op de Lefties' "One Punch Pete" wordt de zang even overgenomen door gitarist Smith die een daarvoor uitermate geschikt doorleefd stemgeluid laat horen.




Uiteindelijk is het feestje van de Lefties na ongeveer drie kwartier ten einde, onder luid geklap van het publiek en mogen we concluderen dat het de organisatie van Mama's Pride alweer gelukt is een klasse band naar Limburg te halen. Vandaag één avond in Geleen, komende week 4 avonden achtereen in Spanje.
De CD van Lefties Soul Connection is inmiddels besteld in huize B&B en als we in het vervolg de vraag krijgen: "U wilt hier linksaf, mag dat?" zullen we volmondig schreeuwen: "Als het met Lefties Soul Connection is: Yessssss, you can!"

Slechts één vooronderstelling bleek tijdens het concert onjuist: ze zijn lang niet allemaal linkshandig.
Maar dat zal op de CD niet te horen zijn ;-)

zondag 13 mei 2012

De bontmuts en de twitterfontein


Zaterdagavond 12 mei 2012, burgemeester Damenpark Geleen. Tijd voor het jaarlijkse Geleense moederdag-cadeautje Mama’s Pride. Tijdens het optreden van Mary Shade zitten Bloodwoosj en Bloomefiemel helaas nog thuis aan de pizza, maar als om 21.00 uur Chagall zou moeten beginnen zijn we present op het festivalterrein. Echt druk is het nog niet, maar gedurende het vorderen van de avond zal dat aardig rechtgezet worden. Op het podium een onwennig rondlopende jongedame te midden van een serie podiumbouwers die druk bezig zijn de laatste kabeltjes in de juiste gaatjes te proppen.
Aan de rechterzijde van het podium –vanuit de artiest bekeken dus links- een herhaling van wat vorig jaar waarschijnlijk als experiment begon maar nu op vrijwel ieder popfestival standaard is geworden: de Twitterfontein. Voor wie zich nog onwetend in het nieuwe sociale tijdperk beweegt: een twitterfontein is eigenlijk een groot digitaal scherm waarop je alle via het twitternetwerk de wereld ingezonden berichten, die een bepaald gemeenschappelijk tref- of zoekwoord bevatten, kunt tonen aan geïnteresseerden. In het geval van vanavond is het trefwoord uiteraard “Mama’s Pride”. Om te voorkomen dat fout gespelde berichten of incidentele typevautjes leiden tot het niet tonen van een bericht, wordt doorgaans opgeroepen een gezamenlijk afgesproken trefwoord te gebruiken. Liefst een makkelijk en kort trefwoord dat alle geïnteresseerden op dat moment verbindt.
Zo ook op Mama’s Pride. Het toverwoord van dit weekend is #mmp2012.

Kort maar krachtig.





Door de gebruikers op te roepen de hashtag mmp2012 te gebruiken in hun tweets en vervolgens alleen de tweets die datzelfde #mmp2012 bevatten voor het grote scherm te selecteren kan iedereen op het festivalterrein genieten van wat de overige festivalgangers met jou en anderen willen delen. Een mooie manier om digitaal en interactief je publiek te laten communiceren met, over, voor en soms zelfs in elkaar.
De aard van de berichten verschilt nogal. Zo zijn er oproepen van mensen die elkaar kwijt zijn in de trant van “@pierre_van_truuj als je ons zoekt we staan aan de frietkraam #mmp2012” tot oproepen van mensen die willen weten voor welke vrijetijdsbesteding hun vrienden gekozen hebben: “wie vnv ook op #mmp2012 ?”. Daarnaast volgen er de tweets van mensen die kennelijk de onweerstaanbare drang voelen een normaal tot het privéleven beperkte gemoedstoestand met anderen te delen getuige: “Jaré is in voor geiligheid #mmp2012”.
Vooral in de laatste categorie zijn er nogal wat sociaal bezig met shockeren, het uitdagen van gehele bevolkingsgroepen of het spuien van schunnige en provocerende teksten. Dit alles in een poging hun 10 seconds of fame op de twitterwall te bereiken. Doorgaans zijn het trouwens wat meer dan 10 seconden want ieder bericht komt gemiddeld twee à drie keer op het scherm, maar goed. Eeuwige roem onder een beperkte groep is blijkbaar een aanlokkelijk doel om je te vermaken op een festival waar in vroeger tijden mensen elkaar recht in de ogen keken als ze iets over of met elkaar wilden delen.
“The times they are a-changing” zong Dylan al in de tijd dat menig vader of moeder van de huidige twitter-generatie nog vloeibaar was. Een vooruitziende blik had de man.

Als het te bont wordt grijpt iemand van achter de knopjes in en wordt de censuurgum op al te (a)-sociaal kretende gasten toegepast. Zo mogen B&B van achter de thuis PeeCee tijdens het optreden van Mary Shade om 20.26 uur vaststellen dat een via Tweetcaster for Android opererend jongmens tien minuten na het uiten van de spreuken “HATERS GONNAA HATEE #mmp2012” en “GAY HOMOS #mmp2012” plotseling de tweet “HAHA IK BEN GEBLOCKT OP HET SCHERM VAN #mmp2012” de wereld in slingert.
Twintig jaar geleden hadden er een paar vuisten zijn gezicht verbouwd, in het huidige spreekwapenstijdperk valt dit gedrag onder de categorie “sociaal”, noemen we de wijze van communicatie “sociale media” en vinden we het doodnormaal dat dit type levenswijsheden ongevraagd met Jan en Alleman gedeeld wordt (ook ouderwets trouwens, dat gebruik van hoofdletters voor eigen namen). Gelukkig is de censurist achter de knopjes een andere mening toegedaan.
Anyway, terug naar de muziek, want daar waren we voor gekomen. Toch?
Een kwartiertje later dan gepland, rond 21.15 uur mag Chagall aantreden.
Na een piepend begin, geluid wat fout afgesteld is een eufemistische omschrijving van de toestand van de audioapparatuur, schuiven wat toeschouwers naar voren en staan er enkele tientallen tussen B&B (veilig op 20 meter, stel je voor er ontstaat daar vooraan een moshpit) en het podium. Op dat podium zou een 23 jarig 3FM Serious Talent moeten staan dat omschreven wordt met steekwoorden als “midden op het kruispunt van pop en dubstep” en “daar mag James Blake best jaloers op zijn”, maar wat B&B eerder zouden scharen onder de categorie doubtstep; “doe een stapje naar voren en een stapje terug”.
Wellicht is Chagall doorgaans in staat overtuigender over te komen, maar als je publiek op #mmp2012 vooral reageert op de bontmuts die je draagt of je broek die er uitziet als een bewegende discobol met twee pijpen, dan zit er toch met je muziek ergens iets fout. Zeker als dan door het publiek voortdurend rechts naar de twitterfountain gekeken wordt, in plaats van naar jou op het podium.





Jammer, ook voor het meisje met de bontmuts, maar op de twitterwall wordt ze meedogenloos neergesabeld:
“wat een crapzangeres #mmp2012”,
“Hoe laat begint 't optreden van Corry Konings?! #mmp2012”,
“Sjpeel BREATHE ouw muk nutte krak Chagall #mmp2012” of
“Ik wil die muts hubbe #mmp2012”.
Waarna even later inderdaad “breathe” gespeeld wordt en laatstgeciteerde interactieveling droogjes opmerkt “Ofja, hout dig die lelijke muts mer #mmp2012”.

Einduitslag van dit optreden na een speelhelft van 45 minuten: Meisje met bontmuts: 1 – Twitterfontein: 3.
De fairplay prijs gaat naar de bontmuts.
Enkele twitteraars werden middels een rode kaart voor de rest van het spel uitgesloten.




donderdag 1 maart 2012

Mevrouw Wang schrijft een brief



Mevrouw Wang schrijft een brief


Benodigde ingrediënten:
- uitstekende kennis van het Chinese schrift
- veel geduld
- een goed geheugen


Mevrouw Wang is zojuist na een lange bootreis uit China in de Duitse stad Hamburg gearriveerd en wil haar familie per brief berichten dat ze goed is aangekomen.
Mevrouw Wang zou in deze brief natuurlijk haar kalligrafische kunsten kunnen demonstreren door hem met verf en penseel te schrijven/schilderen, maar mevrouw Wang is een kind van de moderne tijd en heeft daarom besloten haar brief te typen.
In het Chinees.
Op een Chinese typemachine wel te verstaan.
Mevrouw Wang heeft haar bijna 30 jaar oude typemachine -van het merk HWA Shing Brand- ergens in de jaren 90 in Taiwan op de kop weten te tikken. Op haar lange reis naar Europa heeft ze hem meegenomen. Omdat het haar best handig leek als ze ook ver van huis haar brieven in het Chinees kan typen.


HWA Shing Brand Chinese typewriter


Voordat mevrouw Wang kan beginnen met typen heeft ze briefpapier nodig.
Daar begint al direct een eerste probleempje.
Ons standaard papier, het welbekende A4-tje, meet slechts ca. 20 bij 30 cm en dat is veel te klein om op de brede rol van mevrouw Wang’s typemachine te passen. Gelukkig heeft mevrouw Wang nog een klein voorraadje ter breedte van een rol inpakpapier meegebracht, dus de eerste horde is snel overwonnen.

Dan komt vraag 2: in welke richting gaan we typen?
In tegenstelling tot de –dankzij de komst van de computer bijna uitgestorven- Europese typemachine, heeft een Chinees exemplaar de mogelijkheid om in 4 richtingen te typen.


In welke richting gaan we typen?


Eerst hebben we daar van rechts naar links (ooit de standaard leesrichting). Van boven naar beneden is echter ook mogelijk en werd vooral in vroeger tijden vaak gebruikt. Met de introductie van Westerse teksten raakt ook de richting links-rechts de laatste decennia steeds meer ingeburgerd en mocht je de behoefte hebben om (op niet echt gangbare wijze) van beneden naar boven te lezen, dan is ook dat mogelijk. Allemaal dankzij een enkel instelknopje boven op mevrouw Wang’s typemachine.
Vandaag heeft mevrouw Wang besloten van links naar rechts te typen en met een eenvoudige handeling wordt het knopje juist ingesteld en kan het typen beginnen.

Voor nog één ogenschijnlijk klein probleempje moet mevrouw Wang een oplossing vinden.
Waar precies zit het karakter dat getypt moet worden?


Waar zit het juiste teken?


En daar begint het feest pas echt.
Het meest uitgebreide Chinese woordenboek heeft ruwweg 87000 karakters, maar daarvan wordt 95% in het dagelijks spraakgebruik niet toegepast. Gelukkig maar, stel je voor dat de typemachine van mevrouw Wang de volle mep van 87000 karakters zou moeten kunnen typen. Ze ziet haar geest al kruipen...
De standaardset om teksten te schrijven en lezen bestaat uit (slechts) zo’n 3000 karaktertekens waarvan er een kleine 2000 in de schrijfmachine van mevrouw Wang terug te vinden zijn.
Ze bevinden zich allemaal ondersteboven (en in spiegelschrift) op metalen staafjes in een verschuifbare la aan de onderkant van haar typemachine. Door met een hendel de hele karakterbak onder de machine door te bewegen zorgt ze ervoor dat het gewenste balkje met het juiste karakter onder de “letterzetter” komt. Als ze vervolgens de knop aan het uiteinde van een lange hefboom indrukt (en daar is wel een beetje kracht voor nodig) wordt het gekozen karakterstaafje op mechanische wijze uit de bak getild, in een soort houdertje geladen en komt het met een sierlijke boogje ca 10 cm verderop voor het in inkt gedrenkte typelint terecht. De op het staafje uitstekende lijnen komen als eerste tegen het inktlint aan en worden zo als afdruk op het papier getypt.


Het gekozen karakter op weg naar het papier


En klaar is karakter nummer één.
Mevrouw Wang zoekt verder naar het volgende karakter dat ze in haar brief wil typen.


Eventjes zoeken naar het juiste teken


Om mevrouw Wang een beetje te helpen bij het zoeken naar de juiste onder de 2000 karakters in haar ladenbak zijn de karakters geordend in groepen van bij elkaar horende karakters, waarvan het hoofdkarakter telkens rood gekleurd is. Mevrouw Wang vraagt zich eerst af in welke hoofdgroep het gezochte karakter valt, zoekt dan onder de rode karakters het juiste karakter en daarmee de juiste groep op en met wat geluk heeft ze daarna het gewenste staafje in die groep snel te pakken. Met wat pech duurt het wat langer eer ze hem heeft.


Hier en daar zit een rood teken


Om haar een beetje extra te helpen met zoeken naar de juiste groep bestaat er een karaktergroepenwoordenboek. Hierin staan de meest voorkomende karakters in tabellen gerangschikt naar woordgroepen die bij elkaar horen. Met die tabellen kan mevrouw Wang het juiste karakterstaafje wat sneller vinden, immers in haar ladenbak zijn diezelfde karakters in spiegelbeeld en ondersteboven te vinden en dat leest toch wat lastiger dan in normaal schrift.

Karaktergroepenwoordenboek




Plattegrond van de karakterbak


Heeft mevrouw Wang toevallig een niet zo vaak gebruikt karakter nodig dan is er geen man overboord. In de ladenbak zijn nog enkele tientallen vakjes niet gevuld. Daar kunnen –met een pincet- nog wat minder gangbare karakters ingezet worden.


Een karakter uit de aanvullende bak plaatsen



Inzetten karakter: detail


Een andere optie is dat de aanvullende bak, waarin nog zo’n 1500 karaktertekens zitten, onder de machine geplaatst wordt, maar het nadeel is dan dat mevrouw Wang voor één enkel karakter de hele bak moet verwisselen, het karakter typen en vervolgens weer de hele bak eruit moet halen om met de oude bak verder te gaan.

So far so good.
Dit hele spektakel bekijkend rijst de vraag: “hoe snel typt dat op zo’n Chinese typemachine?”

Volgens mevrouw Wang kan een geoefend chinees typist wel tot zo’n 20 karakters per minuut aanslaan. Dat lijkt niet echt veel, maar is nog altijd een stuk meer dan wanneer ze die karakters met verf en penseel op papier zou moeten tekenen.
Voor de doorsnee gebruiker zit er op een Chinese typemachine doorgaans niet meer in dan 10 tot 12 tekens per minuut in.

Je durft het bijna niet te zeggen, maar in dat tempo zou je als je in China bij aanvang van je bootreis begint te typen met wat geluk je brief bij aankomst in Hamburg wellicht af kunnen hebben.

Het vervolgtraject van haar reis zal mevrouw Wang per ICE-trein van Hamburg naar Nürnberg leiden. We wensen mevrouw Wang voor dit laatste stukje een goede en behouden reis toe.
Bij 300 km/h zal er waarschijnlijk niet veel tijd zijn om nog eens zo’n brief te typen…


Een bak vol karakters