Een beetje tuinkabouter koop je voor een paar tientjes op de tuinboulevard. Met een schop, achter een kruiwagen, met een fleurige gieter, twee emmertjes water dragend, in een bootje, onder een reuze paddenstoel, met vishengel of bloemenkorf, vermomd als jager of politie-agent, met hark of grasmaaier. Anyway-you-want-it-they’ve-got-it; naar ieders smaak is er wel ergens een tuinkabouter te vinden.
Gezien zijn attributen blijkt de gemiddelde tuinkabouter in de etalage van de tuinkaboutershop een bezig mannetje. Voor wie meer wil weten over die bezigheden, die tikt voor nauwelijks meer dan een tientje in een tweedehands ramsj zaak “Leven en werken van de kabouter” op de kop.
Van dit wetenschappelijk standaardwerk uit de jaren zeventig der twintigste eeuw werden inmiddels meer dan 4 miljoen exemplaren in 21 talen over de gehele wereld verkocht. Het laat diverse onderzoekers aan het woord en bevat, naast verhandelingen over geschiedenis, leefgebied, gebruiken, voedselbereiding ziektes, gewoontes en voortplanting van de kabouter, ook een paragraaf over de bouw en inrichting van een kabouterwoning en men treft er diverse interviews met kabouters aan.
Uiteraard is een en ander gepubliceerd met instemming van de kabouters zelf.
Met een lichte melancholiek zal menig volwassene een escapistisch uurtje kunnen doorbrengen in een wereld waarin dromen geen bedrog zijn, wezens van beneden gemiddelde lengte zich niet coûte que coûte gediscrimineerd voelen en een juice-kanaal niets anders is dan een rietje waar limonade door stroomt.
Het brengt best een aangenaam gevoel teweeg, zo’n polystyreendwerg in je tuin, of een al-dan-niet-luisterbaar kabouterboek op smart-föhn of tablet, maar het heeft één heel groot kabouter-onwaardig nadeel: het heeft niets, maar dan ook helemaal niets te maken met een van de belangrijkste zuilen van de wereld der kabouters: geluk.
Je wilt iets en je (ver)krijgt het vrijwel meteen.
Of het nou het uitzicht betreft op een ijverig klein mannetje in je tuin, misschien een leuk verhaaltje voor het slapengaan uit een boek, danwel anderhalf uur kijkplezier met Gnomeo & Juliet via je Netflix-abo.
Of het nou het uitzicht betreft op een ijverig klein mannetje in je tuin, misschien een leuk verhaaltje voor het slapengaan uit een boek, danwel anderhalf uur kijkplezier met Gnomeo & Juliet via je Netflix-abo.
U vraagt, wij draaien.
Immers, plezier is te krijg voor eenieder die de beurs trekt.
Immers, plezier is te krijg voor eenieder die de beurs trekt.
Heel even dan, wel te verstaan.
Na een uurtje, misschien twee, is het met het plezier weer gedaan.
Hoe anders werkt dat in geval van geluk.
Geluk lacht je toe.
Geluk loop je tegen het lijf.
Geluk vind je terwijl je er niet naar op zoek bent.
Veel 21e-eeuwse kindertjes, opgroeiend in een nuchtere materialistische wereld (her)kennen het verschil tussen plezier en geluk niet. Papa en mama overladen hun kroost met het ene na het andere cadeau, dat doorgaans na een avondje spelen naar de eeuwige jachtgronden der nog-lang-niet-circulaire-economie verdwijnt.
Een contactloze Apple-pay-transactie in ruil voor wat micro-grammetjes endorfine.
Endorfine op?
Tijd om opnieuw de beurs te trekken in de tot verslaving verworden queeste naar plezier!
Zo, of volgens kabouter-wikipedia punt NL ongeveer zo, was de constatering van Kabouter Kaminky in zijn afstudeerscriptie “Kindness Rocks”, waarmee hij vlak voor de zomer van 2015 zijn bul aan de afdeling Filosofie voor Kleine Wezens aan de universiteit van Letní Les behaalde.
Sinds diens ontdekking mogen wat Kaminky betreft alle kruiwagens, harken, gieters en ander tuingerei linea recta naar de kabouterkringloop en is hij 24-7 in de weer met stenen en acrylverf in het kader van het “Kindness Rocks” project.
Vandaag mochten Bloodwoosj en Bloomefiemel weer eens een kleintje geluk van Kaminky en consorten tegen het lijf lopen gedurende een wandeling in de Schinveldse bossen.
De mooie Maria-kapel, een kleurige gans in de vijver, de Hoej-Hoej-Geit langs de Rode Beek. Allemaal kleine geluksmomentjes die je heel onverwacht tegenkomt en die je wandeling nog leuker maken, maar in het niet verdwijnend bij het gevoel van het tegen het lijf lopen van een alleraardigst vlijtig werkje van de hand van Kabouter Kaminky.
Bloomefiemel was er pardoes al langs, afgeleid door de mooie blik op de beek ter harer linkerzijde, toen Bloodwoosj op kabouterhoogte te zijner rechterzijde het geheim van Kabouter Kaminky zag:
Bekijk de beschilderde stenen en zeg nou zelf: daar word je toch gelukkig van ;-)
PS, heel soms verklapt Kabouter Kaminky waar hij woont en vind je zijn postcode aan de achterkant van de steen.
Laat hem dan via zijn facebook-groep weten waar je het geluk vond en laat hem verder reizen om iemand anders weer wat geluk te bezorgen.
Kindness Rocks.
Vriendelijk zijn = cool.