zondag 20 maart 2022

Kindness Rocks - Het geheim van Kabouter Kaminky

 


 

Een beetje tuinkabouter koop je voor een paar tientjes op de tuinboulevard. Met een schop, achter een kruiwagen, met een fleurige gieter, twee emmertjes water dragend, in een bootje, onder een reuze paddenstoel, met vishengel of bloemenkorf, vermomd als jager of politie-agent, met hark of grasmaaier. Anyway-you-want-it-they’ve-got-it; naar ieders smaak is er wel ergens een tuinkabouter te vinden.






Gezien zijn attributen blijkt de gemiddelde tuinkabouter in de etalage van de tuinkaboutershop een bezig mannetje. Voor wie meer wil weten over die bezigheden, die tikt voor nauwelijks meer dan een tientje in een tweedehands ramsj zaak “Leven en werken van de kabouter” op de kop.
 
Van dit wetenschappelijk standaardwerk uit de jaren zeventig der twintigste eeuw werden inmiddels meer dan 4 miljoen exemplaren in 21 talen over de gehele wereld verkocht. Het laat diverse onderzoekers aan het woord en bevat, naast verhandelingen over geschiedenis, leefgebied, gebruiken, voedselbereiding ziektes, gewoontes en voortplanting van de kabouter, ook een paragraaf over de bouw en inrichting van een kabouterwoning en men treft er diverse interviews met kabouters aan.
 
Uiteraard is een en ander gepubliceerd met instemming van de kabouters zelf.
Met een lichte melancholiek zal menig volwassene een escapistisch uurtje kunnen doorbrengen in een wereld waarin dromen geen bedrog zijn, wezens van beneden gemiddelde lengte zich niet coûte que coûte gediscrimineerd voelen en een juice-kanaal niets anders is dan een rietje waar limonade door stroomt.
Het brengt best een aangenaam gevoel teweeg, zo’n polystyreendwerg in je tuin, of een al-dan-niet-luisterbaar kabouterboek op smart-föhn of tablet, maar het heeft één heel groot kabouter-onwaardig nadeel: het heeft niets, maar dan ook helemaal niets te maken met een van de belangrijkste zuilen van de wereld der kabouters:  geluk.
 
Je wilt iets en je (ver)krijgt het vrijwel meteen.

Of het nou het uitzicht betreft op een ijverig klein mannetje in je tuin, misschien een leuk verhaaltje voor het slapengaan uit een boek, danwel anderhalf uur kijkplezier met Gnomeo & Juliet via je Netflix-abo.


U vraagt, wij draaien.
Immers, plezier is te krijg voor eenieder die de beurs trekt.
Heel even dan, wel te verstaan.
Na een uurtje, misschien twee, is het met het plezier weer gedaan.
 
Hoe anders werkt dat in geval van geluk.
 
Geluk lacht je toe.
Geluk loop je tegen het lijf.
Geluk vind je terwijl je er niet naar op zoek bent.
 
Veel 21e-eeuwse kindertjes, opgroeiend in een nuchtere materialistische wereld (her)kennen het verschil tussen plezier en geluk niet. Papa en mama overladen hun kroost met het ene na het andere cadeau, dat doorgaans na een avondje spelen naar de eeuwige jachtgronden der nog-lang-niet-circulaire-economie verdwijnt.
 
 
Een contactloze Apple-pay-transactie in ruil voor wat micro-grammetjes endorfine.
Endorfine op?
Tijd om opnieuw de beurs te trekken in de tot verslaving verworden queeste naar plezier!
 
Zo, of volgens kabouter-wikipedia punt NL ongeveer zo, was de constatering van Kabouter Kaminky in zijn afstudeerscriptie “Kindness Rocks”, waarmee hij vlak voor de zomer van 2015 zijn bul aan de afdeling Filosofie voor Kleine Wezens aan de universiteit van Letní Les behaalde.
 
Sinds diens ontdekking mogen wat Kaminky betreft alle kruiwagens, harken, gieters en ander tuingerei linea recta naar de kabouterkringloop en is hij 24-7 in de weer met stenen en acrylverf in het kader van het “Kindness Rocks” project.   
 
 
Vandaag mochten Bloodwoosj en Bloomefiemel weer eens een kleintje geluk van Kaminky en consorten tegen het lijf lopen gedurende een wandeling in de Schinveldse bossen.
De mooie Maria-kapel, een kleurige gans in de vijver, de Hoej-Hoej-Geit langs de Rode Beek. Allemaal kleine geluksmomentjes die je heel onverwacht tegenkomt en die je wandeling nog leuker maken, maar in het niet verdwijnend bij het gevoel van het tegen het lijf lopen van een alleraardigst vlijtig werkje van de hand van Kabouter Kaminky.
 
Bloomefiemel was er pardoes al langs, afgeleid door de mooie blik op de beek ter harer linkerzijde, toen Bloodwoosj op kabouterhoogte te zijner rechterzijde het geheim van Kabouter Kaminky zag:




Bekijk de beschilderde stenen en zeg nou zelf: daar word je toch gelukkig van ;-) 











PS, heel soms verklapt Kabouter Kaminky waar hij woont en vind je zijn postcode aan de achterkant van de steen.
Laat hem dan via zijn facebook-groep weten waar je het geluk vond en laat hem verder reizen om iemand anders weer wat geluk te bezorgen.

Kindness Rocks.
Vriendelijk zijn = cool.


dinsdag 31 mei 2016

Wilt u een transactiebon? Ja / Nee

 (een vergelijkend warenonderzoek naar de oorzaak van zwerfvuil aan de pinautomaat)

bij de pinautomaat op de grond...


Iedereen heeft het wel eens gezien tijdens het pinnen, slechts weinigen valt het echt op. Veel mensen vinden het misschien zo gewoon dat ze het voor lief nemen of beschouwen als een vaststaand feit waar je verder weinig aan verandert: een paar tot soms enkele tientallen transactiebonnetjes op de grond voor en naast de pinautomaat.
Of het nu op het station, in een winkelstraat of bij het bankkantoor zelf is, overal tref je ze aan.
Overal?
Nou, niet helemaal.
In het voorbijgaan was het ondergetekende al een paar keer opgevallen dat bij de lokale ABNAMRO nauwelijks transactiebonnetjes op de grond lagen terwijl bij de nog geen 20 meter verderop gesitueerde pinautomaat van de Rabobank het dag in dag uit prijs is.


links ligt de grond dagelijks gesierd met transactiebonnetjes, rechts zelden !


Na het een week of twee consequent bijgehouden te hebben is de conclusie duidelijk: hier is iets vreemds aan de hand. Maar hoe komt dat nou?

Het lijkt er op dat de Rabobank automaat meer transacties uitvoert dan die van ABNAMRO, maar dat kan niet verklaren waarom er dagelijks 5 tot 15 bonnetjes voor de Rabobank liggen terwijl er bij de ABNAMRO doorgaans geen of hooguit één op de grond ligt.
Dat de prullenbak vanuit de ABNAMRO dichterbij is dan vanuit de Rabobank lijkt ook van niet noemenswaardige invloed.
En dat pinklanten bij de ene automaat er van nature een substantieel ander gedrag op nahouden dan bij de andere automaat lijkt al helemaal te onwaarschijnlijk om waar te zijn.


Vanavond bijvoorbeeld lagen er voor de Rabo-automaat 11 stuks op de grond, terwijl er bij de ABNAMRO geen enkele te bekennen was.
In het centrum van Geleen eenzelfde verschijnsel: Rabobank 4 stuks, ING 7 stuks, ABNAMRO zegge en schrijve één waarbij die ene ook nog eens van een geldstorting was en niet van een geldopname.
Nader onderzoek van de wijze waarop een pin-transactie verloopt wijst al snel in de richting van het enige substantiële verschil tussen de genoemde automaten: het moment waarop de hamvraag gesteld wordt: “Wilt u een transactiebon Ja / Nee ? ”.


de hamvraag !!!


Bij ABNAMRO wordt de volledige transactie doorlopen en wordt de vraag “Wilt u een transactiebon?” pas gesteld NADAT het gepinde bedrag door de automaat is uitgegeven.
Wie dan kiest voor de optie “Ja” krijgt vervolgens de transactiebon uit de automaat.
Wie dan kiest voor de optie “Nee” krijgt uiteraard geen bon.
Wie op dat moment al is weggelopen (haast, afgeleid, vergeten etc.) en dus geen keuze maakt, zal uiteindelijk ook geen bon krijgen. De ABNAMRO automaat springt na een beperkte hoeveelheid tijd zonder keuze voor “Ja” of “Nee” terug naar de beginstand en geeft dan verder ook geen bon uit.

ING en Rabobank pakken het in een andere volgorde aan.
Bij deze banken wordt de vraag “Wilt u een transactiebon” gesteld nadat bedrag en eventueel biljetkeuze zijn ingegeven, maar ruim voordat het gewenste bedrag uit de automaat komt.
De klant is verplicht een keuze te maken tussen “Ja” of “Nee” om verder te kunnen met de pin-transactie.
Wie kiest voor “Nee” krijgt ook hier uiteraard geen bon.
Wie kiest voor “Ja” krijgt eerst een verzoek zijn pinpas terug te nemen, dan het verzoek het geld uit de automaat te nemen en pas als allerlaatste volgt de transactiebon.
Op dat moment gaat het bij een aantal klanten fout.
Menigeen heeft zich al omgedraaid en is op weg naar de volgende bestemming op het moment dat de automaat het transactiebonnetje uitspuugt. Het zijn juist die bonnetjes die vervolgens voor de automaat als zwerfvuil op de grond eindigen.


van de grond geraapt


Daarbij is er nog een wezenlijk verschil tussen de Rabo en de ING automaat te constateren: waar de Rabobank automaat het bonnetje nauwelijks 2 seconden na het gepinde bedrag uitdraait doet de ING automaat er maar liefst 8 seconden over om nadat de klant het gepinde bedrag verwijderd heeft de geprinte bon daadwerkelijk uit het gleufje te draaien.

Een zee van tijd om de reeds gemaakte keuze “Ja” te vergeten en het geprinte bonnetje als zwerfvuil op straat te laten eindigen.

Eigenlijk is dat jammer.
Het zorgt voor onnodig geprint papier dat vervolgens ook nog eens op de straat eindigt in plaats van in de prullenbak of op de oud papier stapel.

De Rabobank beheerde in 2013 volgens eigen opgave ruim 2513 pinautomaten.
Als er –laten we het aan de lage kant houden- gemiddeld vijf bonnetjes per dag per automaat op de grond belanden betekent dat op jaarbasis 2513 x 5 x 365 = 4586225 bonnetjes zwerfvuil op straat.
ING heeft in 2016 ruim 1000 muur-automaten, hetgeen bij eenzelfde schatting nog eens een kleine 2 miljoen stuks onnodig zwerfvuil op jaarbasis oplevert.
En dit zijn beslist niet de enige banken in Nederland die de hamvraag op het verkeerde moment stellen.
Hoe zit het bij uw bank? Heeft u er al eens op gelet?

een bekend beeld bij de pinautomaat



Uiteraard is het uiteindelijk de klant zelf die bepaalt waar zijn transactiebonnetje terechtkomt. Maar met een simpele software-matige ingreep kan ook uw bank een hoop papier op straat voorkomen.
Dus daarom beste banken:
stel de vraag naar het transactiebonnetje uit totdat de gehele transactie is afgehandeld !

Goed voor het milieu en de grond oogt een stuk minder rommelig.
Alvast bedankt!






zaterdag 7 mei 2016

Een mooie dag in mei ...





donderdag 5 mei 2016

Ascensio Domini

Wij zijn de sterren die zingen
Wij zingen met ons licht
Wij zijn de vogels van het vuur
Wij doorklieven het firmament

Ons licht is een stem
Wij effenen het pad opdat de geest kan oversteken
Opdat de geest kan oversteken

Wij zijn gelijk de wind
Gehuld in lichtende vleugels
Wij effenen het pad opdat de geest kan oversteken
De geest kan oversteken












dinsdag 8 december 2015

Een hand vol zand



Omaha Beach, Normandië. Dinsdag 29 oktober 2015.
Alvorens de bijzonder indrukwekkende begraafplaats van Colleville-sur-Mer te bezoeken, alwaar ruim 9000 Amerikaanse soldaten begraven liggen die stierven op en rond Omaha Beach in de eerste dagen na D-Day, nemen we eerst een kijkje op het nabijgelegen strand van St. Laurent sur Mer, vlakbij de bekende kazemat "Ruquet", onderdeel van WN65.


St. Laurent sur Mer
6 juni 1944


Colleville sur Mer / Normandy American Cemetery and Memorial
St. Laurent sur Mer



Het is een paar uur eerder vloed geweest ter hoogte van de bunker bij WN65. Zoals wel vaker liggen aan de laatste vloedlijn her en der wat aangespoelde touwen, wat afgebroken plastic stukken van diverse gebruiksvoorwerpen, een paar leeggelopen ballonnen, een enkele PET fles en een smal strookje houten takjes en riet.
Een keertje schrapen langs de langzaam drogende vloedlijn levert een handje vol zand op dat in een eveneens aangespoelde Evian fles mee naar huis wordt genomen voor nadere beschouwing.


Een hand vol zand

Vanavond, een kleine zes weken later, gewapend met pincet, een zeefje en een halve liter water, wordt uitgevist wat er zich in het hand vol zand bevindt.
Het resultaat, afgezien van 367 gram zand en wat natuurlijk materiaal voornamelijk in de vorm van verdord gras en strootjes: een Bic-pennedop, vier wattenstaafjes, een paar stukjes afgebrokkeld plastic, twee kleine steentjes en zo’n 130 nurdles (plastic pre-productie pellets).


Pellet (ca 3 mm)


En nog een paar meer


Bonte verzameling pellets


De Duitse bezetter werd hier binnen een maand verdreven.
Het plastic uit onze wereldzeeën verwijderen gaat een paar dagen generaties langer kosten.
Zeker nu blijkt dat de Europese Commissie enkele concrete doelstellingen met betrekking tot de reductie van de plastic soep heeft losgelaten.


We leven zo’n 70 jaar in vrijheid, maar we slagen er steeds beter in een aardig soepje ervan te maken…


vrijdag 1 mei 2015

Waarom de zeemeerminnen huilen


Gisteren was Bloodwoosj weer eens in Berg aan de Maas.
Als kind speelde ik er regelmatig langs de rivier en verwonderde ik me over de grote hoeveelheid takken en bomen die aanspoelden bij hoogwater in de winter.

Tegenwoordig verbaas ik me aan de Maas over iets totaal anders na hoogwater: Plastic.


Assortiment Maas-plastics, Pietersplas Maastricht, dec. 2014


Assortiment Maas-plastics, Pietersplas Maastricht, dec. 2014

Vooral de minder steile oevers van de Maas liggen ieder voorjaar opnieuw vol met kilo’s plastic. Plastic draagzakken, plastic tasjes, plastic speelgoed, plastic tandenborstels, plastic aanstekers, plastic flessen, plastic bierkratten, plastic jerrycans, plastic huishoudartikelen, plastic wattenstaafjes, plastic ballen, plastic pennen, plastic voedselverpakkingen enz. enz.

Het is plastic, plastic en nog eens plastic wat de klok slaat. Velen merken het niet op doordat men alleen op het asfalt naar en van de veerpont komt, maar zodra je even opzij gaat van de gebaande wegen komt het plastic je tegemoet. Het ligt er gewoon, maar je moet het wel willen zien.

Onderzoek in het kader van het Mosa Pura project door Gijsbert Tweehuysen heeft in 2013 uitgewezen dat gemiddeld er 15000 stukjes en stukken plastic per uur door de Maas richting Noordzee stromen. Daarbij zijn alleen de stukjes groter dan 3 mm en kleiner dan 25 mm geteld.
De vele tientallen PET-flessen en ander groot plastic zwerfvuil zijn daar dus niet eens bij meegeteld.

Heel deze handel stroomt richting de Noordzee en gaat op den duur deel uitmaken van de plastic soep. En dan te bedenken dat men de Maas een relatief schone rivier noemt…

Het plastic in (zee)water wordt door de natuur niet afgebroken, maar vervalt onder invloed van water, zout en zon in steeds kleinere stukjes, zogenaamde microplastics. Zo klein dat ze voor het menselijk oog nog nauwelijks meer waarneembaar zijn.
Deze microplastics worden door plankton opgenomen en belanden daarmee in de voedselketen.




 Plankton eet plastic (bron: Youtube, ca. 1 min 45 sec)



Plankton eet plastic, vis eet plankton, mens eet vis.
Zo zitten we dus gewoon ons eigen plastic afval te eten.

Uit metingen over de gehele wereld is gebleken dat er zelfs plastic in zee komt dat het nooit tot kant en klaar product geschopt heeft, maar rechtstreeks van de fabriek in ruwe vorm afkomstig is.
De nurdles –zo heten de plastic korrels die je ook op de Nederlandse stranden tegenkomt- zijn pre-productie plastic korrels, ook wel pellets genaamd. Zij vormen de grondstof waarmee in de fabriek plastic voorwerpen worden gemaakt.

Uit het Engels is een wat poëtischer naam voor deze nurdles komen overwaaien: mermaid tears, oftewel zeemeermin tranen. Met wat fantasie zien de heldere exemplaren er inderdaad uit alsof ze een versteende vorm van tranen zijn.


Mermaids tears (Zeemeermintranen) uit de Maas , Meers dec. 2014



Als zelfs plastic grondstof al in de wereldzeeën wordt aangetroffen zonder ooit tot kant en klaar product te komen, dan kun je rustig stellen dat we een probleem hebben.
We hebben onze plasticstroom verdomd slecht onder controle.

Het is daarom dat de zeemeerminnen moeten huilen.

Ook aan de Maas.
Ook aan de Maas?
Ja, ook aan de Maas!

Wie zich bukt aan de Maasoever en de grond langs een hoogwaterlijn goed bekijkt ziet ze ook hier al op de grond liggen. Dat wil zeggen, die nurdles die het (nog) niet tot de Noordzee geschopt hebben.

Wie goed kijkt ziet de nurdles ook langs de oever van de Maas


Nurdles lijken nogal op eitjes van kleine beesten en worden door vogels en vissen regelmatig voor voedsel aangezien. Daarbij komt ook nog dat nurdles stoffen als DDT en PCB’s aantrekken in toxische concentraties. Doordat nurdles van een afstand voor de mens lijken op kleine steentjes vallen ze voor de leek op het strand of langs een rivier nauwelijks op.

Het internet afspeuren naar metingen van nurdles langs rivieroevers levert vooralsnog nul treffers op. Net als systematische tellingen van plastic zwerfvuil is er door de verpakkingsindustrie vooral veel te verliezen als het plastic probleem kwantitatief in kaart gebracht zou kunnen worden. Onder druk van diezelfde verpakkingsindustrie dreigt nu zelfs een einde te komen aan een van de beste manieren om plastic PET-flessen niet in zee te laten belanden: statiegeld.
Het is niet voor niets dat er tussen de vele honderden PET-flessen aan de Maasoevers nauwelijks exemplaren te vinden zijn waar statiegeld op zit.
Ook de vele liter en anderhalf liter exemplaren die je er aantreft zijn, je zou het misschien niet verwachten, zonder statiegeld. De oorzaak: ze komen veelal uit België, een land waar men in tegenstelling tot Nederland momenteel geen statiegeld op grote flessen kent.


Maasoever Meers, april 2015


De plastic flessen liggen vooral bovenaan op de oever bij de hoogste vloedlijn. Wat lager op de oever liggen de kleinere stukjes plastic, veelal verspreid over verschillende vloedlijnen van elk zo’n tien tot vijftig centimeter breed.
Al peuterend en prikkend tussen uitgedroogd gras en riet is het vooral daar dat de nurdles te vinden zijn. Diverse soorten en kleuren zijn present maar vooral de heldere exemplaren springen direct in het oog. De donkere exemplaren vallen een stuk minder op.
Omdat er zoals gezegd op het wereldwijde web geen getallen over nurdles langs rivieroevers te vinden is en ik toch wel eens een idee zou willen hebben over hoeveel van die plastic korreltjes er langs de Maas liggen ben ik zelf aan het tellen geslagen. Om het een beetje systematisch en vooral beheersbaar en behapbaar te houden heb ik me beperkt één van de vier aanwezige hoogwaterlijnen. Ook die ene vloedlijn heb ik slechts ten dele bekeken en wel een strook van ongeveer 15 cm breedte en 100 cm lengte.

Om een idee te krijgen, de houten balk op onderstaande foto is 105 cm lang en 15 cm breed.


Nurdles tellen in een strook van 15cm x 100cm



Uitzicht vanaf de balk


Eerst werden de grotere stenen verwijderd, dan de kleinere die in de weg zaten en vervolgens werden alle nurdles die zichtbaar werden opgepakt, in een meegebracht potje gestopt en thuis geteld.
Het schokkende resultaat: 352 nurdles over een strookje vloedlijn van 15 cm breedte en 1 meter lengte.


wat naast de balk van de vorige foto lag

352 nurdles op 1 meter Maasoever !!!

Wie zich bedenkt dat de Maas twee oevers heeft, de nurdles zich niet beperken tot één vloedlijn, de onderzochte vloedlijn breder was dan 15 cm, de meeste nurdles niet langs de oever blijven liggen maar met het water meespoelen, de Maas alleen al in Nederland ruim 200.000 keer zo lang is als die ene meter en er naast de Maas nog wel meer rivieren in zee uitmonden, die begint het wellicht al een beetje te duizelen.



En de zeemeerminnen?
Zij huilen 24/7 voort, gevoed door microplastics en af en toe eens nippend aan een flesje Coca Cola Life...








zondag 22 februari 2015

De jonge jager en zijn teddybeer




In het ouderlijk huis van de kleine Lodewijk hing in de woonkamer een tijgervel aan de muur. De tijger werd ooit op het eiland Sumatra geschoten door een oom van moeders kant die daar om beroepsredenen werkzaam was.

Lodewijk had gehoord dat, wil je een tijger doeltreffend en in overeenstemming met de jagersethiek doden, je dan precies tussen de ogen dient te mikken.

Bij gebrek aan een echte tijger werd Lodewijk’s teddybeer tot zulks gepromoveerd en doelgericht met een luchtdrukgeweer in twee rake schoten tussen de ogen geveld.

Later, in de tweede wereldoorlog, heeft de teddy op wonderbaarlijke wijze een luchtbombardement overleefd en werd uiteindelijk uit de kelder van een compleet verwoest huis uitgegraven.
Tegenwoordig is hij te bewonderen in het poppenmuseum te Minden (D.)



Met twee gestopte gaatjes wel te verstaan…


woensdag 19 november 2014

La Laverie Photomaton









Rue de Dunkerque
St. Omer (Fr.)
21-10-2014


zaterdag 17 mei 2014

The Femcee says "Rrrrraaaah" (Mama's Pride 2014 dl. 2)



Zaterdagavond 10 mei 2014, dag 2 van Mama’s Pride.
Op het programma achtereenvolgens Mama’s Offspring, Coely, Knarsetand en de Compact Disk Dummies.
Kop en de staart van het programma hebben we gemist. Wat de kop betreft was dat een gevalletje “helaas”. Graag hadden we deze verzameling artiesten die al eens eerder op Mama’s Pride speelden gehoord, maar het zat er qua tijdsplanning gewoon niet in. De staart, zijnde de CD Dummies, hebben we vanuit de verte uit eigen tuin mogen horen. Geen “helaas”, maar een bewuste keuze. De muziek vinden we prachtig, maar de bijbehorende stemmen is niet helemaal ons ding.
Eigenlijk zouden we vooral het Damenpark vanavond bezoeken voor Knarsetand, met als opwarmer de Belgisch-Congolese rapster Coely. De prima vocale kwaliteiten van Coely en de matige geluidskwaliteit van Knarsetand maakten dat de praktijk echter precies tegengesteld uitdraaide ten opzichte van onze verwachtingen.

Vooraf beloofde het wat, dat Knarsetand. Een tienkoppige band die een mix maakt van alle soorten muziek die je je maar kunt bedenken: ska, dubstep, latin, drum-n-bass, reggae, balkan en pop. Ruim voldoende om een flink feestje op te kunnen bouwen. Ter voorpret een paar youtube-clips van Knarsetand bekeken en dat zag er inderdaad aanstekelijk uit en klonk dito.


Knarsetand begint


Op het podium van Mama’s Pride was die aanstekelijkheid vanavond ook terug te vinden. Een klein dozijn muzikanten die hun beste beentje voorzetten hetgeen bij het publiek direct aansloeg. Datzelfde kon van de klank helaas niet gezegd worden. De geluidskwaliteit was ronduit belabberd te noemen. Hard, laag en overstuurd. Soms was niet eens duidelijk in welke taal er gezongen werd. Aan zangeres Miou, die echt wel haar best deed lag het niet. Meer dan drie woorden zang achter elkaar waren er in het gedreun nauwelijks te verstaan. 

zang: Miou Amadée

Bij de eerste blaassolo bleek, wat we eerder al vermoedden: het instrument was slechts akoestisch te horen. Het duurde daarna nog een kleine minuut voordat men achteraan op het veld en in de tent de solo over de boxen mocht horen. En zo ging helaas nog meer van de finesses van diverse instrumenten verloren, vooral doordat de bas veel en veel te vet aangedikt werd en de hogere tonen (waarmee ook de melodie) totaal verloren gingen.


trompet: Erik van der Heijden

trombone: Daniel van Loenen


Zo was het althans waar B&B stonden: tussen podium en sound-tentje.
Toen we na driekwart van het optreden afdropen, bleek dat vanaf de weg naast het festivalterrein en van achter het podium de sound stukken beter tot zijn recht kwam als voor het podium. Eigenlijk zou het andersom moeten zijn. Gezien het enthousiasme van het met volle teugen genietende, beweeglijke publiek was dat voor de meesten echter geen probleem.
Feestjes worden vooral gebouwd op bas en beat.


Mama's Pride: een gezellige drukte in het park



zie de maan schijnt door de bomen



Nee, voor ons vanavond dan toch liever Coely, die daarvoor optrad.
Volgens de website even oud als het festival (20) en momenteel dé grote mevrouw in de Belgische rapscene. Door haar drukke programma afgelopen jaar (ca. 90 optredens in België en Nederland) door StuBru uitgeroepen tot “koningin van het Belgische festivalseizoen 2013”.
Coely blijkt pas iets meer dan 3 jaar geleden met rappen begonnen te zijn in het Antwerpse jeugdcentrum Habbekrats. Vanaf het eerste moment dat ze vanavond haar mond open trekt is daar eigenlijk niets van te merken. Ze voelt zich thuis alsof ze al jaren op het podium staat. Ja, ze kan inderdaad rappen, dat wordt al aan het begin duidelijk, maar ze kan veel meer dan dat. Ze kijkt met een frisse optimistische blik, ze heeft een prachtige, soms ietwat rauw hese stem waarmee ze net zo gevoelig kan zingen (My tomorrow) als soulfull rappen (Feels good to be home) en ze straalt overtuiging uit. Overtuiging dat als je iets ècht wilt, dat je het dan kunt bereiken.





Een boodschap die ook in haar teksten terug te vinden is. Teksten die –doorspekt met een persoonlijke struggle-for-life mentaliteit- het niveau “ik hou van jou, maar je laat me staan in de kou” regelmatig ontstijgen. In “My tomorrow” bijvoorbeeld, wordt gedroomd over een nieuw begin. We worden aangespoord om vooral niet passief achter de geraniums te blijven zitten. Niet alleen dromen, ook je dromen waarmaken:
My comfort zone is where the magic happens”. 




In het begin is het nog leeg vooraan het podium, maar Coely wenkt en vraagt iedereen om wat dichterbij te komen, daarbij plechtig belovend dat ze echt niemand op zal eten. En inderdaad alle aanwezigen overleven het concert zonder schrammen. Met ieder nummer wordt het wat drukker achter de eerste rij, af en toe wordt gevraagd om een “Soulful Yeah”, daarbij verwijzend naar de titel van haar eerste EP “Raah The Soulful Yeah” en de stemming stijgt met de minuut. Zowel op als voor het podium.



Gedurende het eerste nummer bekijken Coely’s bruine kijkers het publiek nog vanachter een bril met opvallend grote glazen, tegen het eind van dat nummer wordt deze afgezet en de rest van het optreden zien we haar echte pretogen die je vol overtuiging aanstaren. Af en toe gaan de oogleden dicht, vooral als de hoge en gevoelige noten aan de beurt zijn, maar na ieder moment van ingetogenheid komt ook weer een ander moment van energie en beweging.
Na de eerste nummers wordt snel duidelijk: hier staat geen doorsnee bling-bling-rapster (bling-bling heeft trouwens van oorsprong geen klap met rap te maken, overdadig goud vind je om Coely’s nek dan ook niet). Hier staat the real stuff, iemand met passie en ziel die iets wil maken van het leven en met haar uitstraling, tekst en stem die les op anderen wil overbrengen.





Coely, DJ & DutchNorris


Behalve miss Coely zelf is er achter de draaitafel een DJ en treedt bevriend MC Dvtch Norri$ (Fahad Seriki, bouwjaar 1993) enkele nummers bij (o.a. “Bump to this”).
De complete Raah-EP (2013, 5 nummers) passeert de revue, aangevuld met nieuw materiaal (My Tomorrow) en een enkele sample/cover, waaronder een prima versie van “Waves” van Mr. Probs. Tijdens een van de laatste nummers worden enkele fans vooraan verblijdt met eigenhandig uitgegooide CD’s en na zo’n drie kwartier zit het er jammergenoeg op.
Iets zegt ons dat deze dame er eentje om te onthouden is.

“I go by the name of Coely and this is All I Do” klinkt het vanaf het podium.
Nou, doe het maar eens na.
Ook dag twee van Mama’s Pride 2014 is wat ons betreft geslaagd.
Rrrrraah!